De malus domestica is een boom of struik die zo'n 4-6 meter hoog kan worden en eveneens zo breed. De malus domestica komt uit Centraal-Azië en is waarschijnlijk duizenden jaren geleden via de zijderoute verspreid en ook in Europa terechtgekomen. De eetbare handappels zijn het resultaat van eeuwenlang het kruisen van verschillende soorten. In de negentiende eeuw hadden veel steden in Europa en Nederland hun eigen appel rassen. Ze waren verschillend van kleur en smaak. Europeanen hebben de appel ook in Noord-Amerika geïntroduceerd, waar er ook weer diverse rassen zijn ontstaan. Helaas zijn met het verdwijnen van de hoogstamboomgaarden veel rassen verloren gegaan.
Heeft een halfopen en afgeplatte ronde kroonvorm. De bast is bruin en op latere leeftijd gegroefd. Staat in april-mei in bloei met opvallende witroze bloemmetjes. Het glanzende, ovale blad loopt groen uit en heeft een geelbruine herfstverkleuring. De vruchten zijn eetbaar en geel/rood van kleur.
Verlangt een droge tot vochtige bodem en staat het liefste in de zon. Groeit goed op een löss, zavel, klei of lemige grond. Biodiversiteit verhogend door het aantrekken van bijen, vlinder, vogels, uilen en kleine zoogdieren. Verdraagt matige wind en open bestrating.